Bob den Uyl (1930 – 1992)

Ooit schreef Bob den Uyl in al zijn zwartgalligheid: ‘Het gaat maar door en waar moet dat allemaal eindigen? Ik wil niet nogmaals benadrukken dat Gods wegen duister zijn, maar dat al onze activiteiten nog eens beoordeeld zullen worden door een hogere macht, daaraan twijfelt toch niemand meer vandaag de dag. Als het zover is, draag het dan als een man.’

 

Het is een uitspraak die de Rotterdamse schrijver kenmerkt, het ademt ironie en zwarte humor. In het werk van Bob den Uyl gingen ze hand in hand. Wanneer een Engelsman, ‘een nieuweling in donker Spanje,’ de trein mist omdat hij een bepaald supplement niet aangeschaft blijkt te hebben, gaat de ik-persoon, onwetendheid veinzend, nog even vragen waarom hij niet mee kan: ‘…hij sputtert en bubbelt als een vulkaan die op uitbarsten staat. Genietend kijk ik hem aan, tot het tijd is mijn gereserveerde plaats op te zoeken.’

 

Het zijn dergelijke passages die Bob den Uyl in de zeventiger jaren immens populair maakten. Hij debuteerde in 1963 met de verhalenbundel Vogels kijken. Het leverde hem zijn eerste literaire prijs op. Na ontslagen te zijn op een scheepvaartkantoor werd hij schrijver. Er verschenen 14 verhalenbundels, bijna allen bij het Amsterdamse Querido. Het met de Multatuliprijs bekroonde Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam (1975) en Een zwervend bestaan (1977) worden tot zijn voornaamste werken gerekend. Wie het bij lezing droog houdt, heeft geen gevoel voor humor.

 

Bob den Uyl wordt vaak getypeerd als reisschrijver, met een voorliefde voor de fiets. Zijn verhalen hebben echter niet de kenmerken van een klassiek reisverhaal: ze spelen zich toevallig af in het buitenland. Thema’s in zijn werk zijn: toeval, drank, vrouwen, wielrennen, België, de Eerste Wereldoorlog en de absurditeit van het bestaan. Bob den Uyl was een echte broodschrijver met een enorme productie aan verhalen, recensies, columns, gedichten en vertalingen. Vanaf begin jaren tachtig ging zijn gezondheid hem parten spelen en putte hij vooral uit zijn geheugen of hergebruikte hij eerdere publicaties. In 1992 overleed hij, nog geen 62 jaar oud.

 

Na binnen een decennium bijna geheel vergeten te zijn, riep de VPRO in 2004 de Bob den Uyl-prijs in het leven voor het beste reisverhaal. In navolging daarvan werd al zijn werk herdrukt en verscheen in 2008 Een zeker onbehagen, Bob den Uyls biografie van de hand van Nico Keuning. In 2012 ging Tamelijk gelukkig in première, een documentaire over zijn leven. Zoals Bob den Uyl met vooruitziende blik al schreef: ‘Schrijvers worden misbruikt.’

 

Terug naar het overzicht

Uitgeverij Vreugdenberg | info@uitgeverijvreugdenberg.nl